Sedert enkele jaren vinden we de OVUR-strategie terug in verscheidene vakken en in zo goed als alle methodes Nederlands. Onlangs kwam ik online een vraag tegen die mij ook al lang bezighoudt: waar komt die OVUR eigenlijk vandaan? Wie besliste op een bepaald moment dat dit dé onderwijsstrategie zou worden? Antwoord: ??
Nu is het wel een degelijke, logische strategie: je vraagt je eerst af wat je eigenlijk hoort te doen, wat er van je verwacht wordt en je bereidt je vervolgens goed voor alvorens je taak uit te voeren en ondertussen vraag je je regelmatig af of je nog wel juist bezig bent. Om dan ten slotte nog even te checken of je het de volgende keer nog wel op dezelfde manier zou aanpakken. Dus best wel nuttig om je leerlingen deze strategie te laten inoefenen.
Alleen… Ik zie vaak in methodes terugkomen dat de OVUR ‘theoretische kennis’ wordt. Met vragen -en toetsen- als: “Welke vragen moet je je stellen bij de verschillende OVUR-stappen?” Laten we daarmee ophouden. Laten we …
1. … onze leerlingen deze stappen zelf doen ontdekken. Hoe? Geef leerlingen een duo-taak zoals: vouw een envelop om je studeerkaartjes in te bewaren.
Leerling 1 vouwt de envelop volgens een stappenplan.
Leerling 2 observeert.
Samen delen ze nadien de activiteiten in in 4 stappen. Klassikaal benoem je deze stappen en maak je er de OVUR van.
2. … de strategie zelf regelmatig in de les gebruiken. Modelen, dus. Hoe? Maak magneetjes en hang ze op je bord, zodat ze altijd binnen handbereik zijn. Ben je zelf niet zo’n knutselaar, dan kan je de magneetjes hier aankopen.
3. … onze leerlingen een goede start bieden bij de voorbereiding van taken door de O van de OVUR samen even te bespreken. Op die manier start iedereen met dezelfde voorkennis / op dezelfde basis.
4. … onze leerlingen op de strategie wijzen als ze weer als een kip zonder kop begonnen te schrijven zonder plan. Hoe? Geef bijvoorbeeld hulpkaartjes. Geen tijd om zelf hulpkaarten te maken? Je kan ze hier aankopen.
5. … deze strategie niet enkel in de lessen Nederlands laten gebruiken, maar onze collega’s aanmoedigen om dezelfde strategie te gebruiken / te modelen.
6. … deze strategie vooral zelf bij het aanleren van de OVUR niet vergeten:
O: Wat is eigenlijk de bedoeling? Moeten de leerlingen de OVUR-vragen kunnen opsommen of moeten ze die strategie leren toepassen?
V: Bedenk op welke manier je je doel het best kan bereiken. Hoe de theorie aanbieden? Welk type oefeningen past het best bij het te bereiken doel? Toepassen op leesteksten? Of ook spreek- en schrijfoefeningen? Op andere taken, zoals de klas opruimen, misschien?
U: Geef je les(sen). Een heel schooljaar lang: HERHAAL! Op zoek naar een manier om OVUR nog eens aan bod te laten komen in je les? Gebruik de OVUR-kaartjes met fictieve en non-fictieve opdrachten van blees. Je kan ze hier GRATIS downloaden.
R: Gebruiken je leerlingen de strategie? Passen ze ze toe? Of kennen ze alleen de theorie? Heb je met jouw aanpak je doel bereikt?
Heb jij al een goed resultaat bereikt met deze of een andere aanpak? Laat het zeker weten!